In 1985 werd ik zwanger. De zwangerschap verliep heel goed. Al was ik meer misselijk dan anders, was voor de rest was alles oké. Alle echo’s zagen er goed uit.
Op 24 september begonnen mijn weeën al heel vroeg. Mijn twee dochtertjes werden opgevangen door mijn zus. De weeën bleven komen maar het duurde erg lang en hij wou maar niet geboren worden.
Rond één uur ‘s middags werd ons Stijntje geboren. Hij leek op het eerste zicht oké, maar hij ademde niet zoals het moest en werd grauw. Hij werd direct bij me weggenomen en de dokters probeerde hem te beademen. Eén keer heb ik hem nog terug mogen zien. Heel even, want direct verloor hij zijn kleur. Onze lieve kinderarts is komen vragen of ze hem naar Leuven mochten brengen, maar onderweg is hij gestorven. De kinderarts is ook komen vragen of ze een autopsie mochten doen om de oorzaak te vinden en we hebben dat toegestaan.
Ons Stijntje had geen middenrif en kon dus perfect leven in de baarmoeder maar niet erbuiten. De dag van vandaag is er blijkbaar een methode om dit te kunnen zien op de echo. Nu zijn de echografieapparaten ook veel beter dan toen natuurlijk.
In 1985 was er niet echt al begeleiding ofzo. Ik bleef op de materniteit liggen en wist dat er naast mij iemand lag met een tweeling. Dat vond ik zo pijnlijk. De gynaecologe is elke avond bij mij komen zitten en stelde voor om hem in Mechelen te laten begraven. Samen met een volwassen iemand, hij kreeg dus ook wel een kistje en een misviering. Ik heb enorm veel spijt dat we daar toen mee akkoord zijn gegaan. In onze gemeente blijven kleine kindjes voor altijd liggen. in Mechelen werd hij na 10 jaar ontgraven.
Mijn man is na mijn bevalling alleen naar huis gegaan en heeft het moeten vertellen aan onze twee dochtertjes. Alles was opgeruimd toen ik thuiskwam. Mijn oudste broer had mijn man geholpen met de opruiming. Mijn jongste zusje en mijn buurvrouw hebben mij ook ontzettend goed geholpen. In de kliniek was er amper bezoek. Mijn oudste broer kwam langs, en ik weet na 39 jaar nog steeds wat hij zei: “Ik heb de hele weg lopen oefenen, en nu ik hier ben, sta ik met mijn mond vol tanden.” Zo lief, zo echt!
Mijn oudste zus kwam ook op bezoek. Dat was lief, maar ook pijnlijk, want ze had haar kindje bij zich dat aan het begin van dat jaar geboren was. Ook een buurvrouw kwam langs, met gladiolen. Het is bijzonder wat een mens zich allemaal herinnert, hè.
Mensen reageerden vreemd. Sommigen spraken niet tegen me, en dat deed zoveel pijn. Mijn oudste schoonzus begon over iets anders zodra ik het onderwerp aanhaalde. Een goede vriend van ons en zijn vrouw kwamen ook op bezoek. Herman had een mooie uitleg. Hij zei: “Ofwel koos hij jullie en zag op het laatste moment dat jullie toch niet de juiste ouders waren, ofwel – en dat ben ik blijven geloven in mijn hart – was Stijntje bijna volmaakt en had hij alleen dat uur nodig om ‘af’ te zijn.” Dat gaf ons toen zoveel troost.
We hebben van hem maar een paar dingen: een foto van zijn grafsteentje en een foto van één echografie. Het doet pijn dat ik zo weinig heb om vast te houden. Daarom vind ik jullie organisatie zo fantastisch!