In augustus 2019 maakten mijn vriend en ik een fantastische reis naar Canada. Daar kwamen we samen tot het besluit dat het tijd was voor een volgende stap in onze relatie, namelijk kindjes.
In juni 2020 was ik al een paar dagen over tijd en besloot ik toch maar een zwangerschapstest te doen en ‘BINGO’, ik was zwanger. Alles leek goed te gaan, tot ik eind juni wat bloedverlies had. Ik was onmiddellijk in paniek en voelde dat dit geen goed nieuws kon zijn en ik had gelijk. Het bloedverlies werd heviger en op 6 weken had ik een miskraam. De dag daarna gingen we bij de gynaecoloog en die bevestigde wat we eigenlijk al wisten. Ik was ons ‘kindje’ verloren. Ze sprak ons ook meteen wat moed in dat dit wel vaker voorvalt en dat we niet mochten opgeven. Al snel maakten we de klik dat we er weer voor wilden gaan.
Eind september had ik opnieuw een positieve zwangerschapstest in mijn handen. Natuurlijk was ik bang dat het weer ging mislopen, maar ergens voelde ik dat het anders was. Deze keer ging het lukken. De 12 wekenecho en de NIP-test bevestigden dat alles oké was en dat we een zoontje verwachtten. De weken, maanden vlogen voorbij en ik had echt een droomzwangerschap. Geen enkel kwaaltje, een prachtige bolle buik…
Op maandag 26 april 2021 begon ik aan mijn laatste werkweek als leerkracht in het tweede leerjaar. Ik was toen 34 weken zwanger. Ik keek er stiekem wel naar uit om thuis te kunnen zijn en verder te genieten van mijn zwangerschap. Maar langs de andere kant dacht ik er ook aan om toch nog wat langer voor mijn klas te blijven staan, want ik voelde me zo goed.
Het was een superdrukke dag op school en pas toen ik thuiskwam, merkte ik op dat het die dag wel heel stil en rustig was geweest in mijn buik. Ik besloot even te gaan liggen om wat beweging in mijn buik uit te lokken, een koud drankje te drinken, maar ik kreeg geen respons. Ik was nog niet onmiddellijk in paniek, maar besloot wel even te bellen naar het ziekenhuis en ik mocht aan de monitor gaan liggen. De weg naar het ziekenhuis duurde lang, want ik kwam in het spitsverkeer terecht. Ik belde mijn vriend op en zei dat hij niet moest afkomen, want dat ik me waarschijnlijk zorgen maakte voor niks en dat ik wel snel weer thuis zou zijn. In de auto dacht ik zelf beweging te voelen, dus ik werd al wat rustiger.
Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen, werd ik aan de monitor gelegd. De vroedvrouw vond niet direct een hartslag, dus ik begon me al meer zorgen te maken. Ze zei dat ze een echo gingen doen, want dat ze me niet verder ongerust wou maken. Men kwam met een mobiel echotoestel en daar sprak de gynaecoloog de woorden uit: ‘Het ziet er niet goed uit, mevrouw. Er is geen hartslag meer.’ Een klap in mijn gezicht. Hoe kon dit nu? Alles ging immers zó goed. Ik belde onmiddellijk mijn vriend op en die snelde naar het ziekenhuis. Er werd nóg een echo gedaan, maar opnieuw hetzelfde nieuws: geen hartslag meer. Ze zagen op de echo ook niks afwijkends. We kregen een heleboel info, waar ik eigenlijk niks van onthouden heb op dat moment.
Ik moest twee pilletjes innemen om de bevalling in te leiden, maar ik werd voorlopig naar huis gestuurd. Ik vond het zo vreemd om thuis te komen waar alles klaarstond om een gezond baby’tje te verwelkomen terwijl er een dood kindje in mijn buik zat.
De dinsdagochtend belde ik met mijn eigen gynaecoloog en ik gaf aan dat ik liever naar het ziekenhuis kwam en daar bleef tot de bevalling achter de rug was. En dat deed ik ook. De dinsdagavond ging ik naar het ziekenhuis en kreeg daar een kamer (ver weg van alle huilende baby’tjes). Ik voelde me daar veel meer op mijn gemak, want ik wist niet hoe snel de bevalling op gang ging komen. Ik kreeg opnieuw twee pilletjes en uiteindelijk besloten ze daar dat ik waarschijnlijk donderdag, ten laatste vrijdag ging bevallen. Ik werd bijna gek toen ik dat hoorde. Hoe kon ik nu zo lang blijven rondlopen met een dood kindje in mijn buik?!
Mijn eigen gynaecoloog begreep me volkomen en ze besloten de woensdagnacht te beginnen met de inleiding zodat ik ook zeker met mijn eigen gynaecoloog kon bevallen. En toen ging alles eigenlijk heel snel. Op woensdagnacht werd ik rond 3.00 uur ingeleid en kreeg ik een infuus om weeën op te wekken. Ik kreeg ook heel snel een epidurale verdoving. Al ging het zetten van de epidurale niet zo vlot. Na 7 (!) keer prikken is het uiteindelijk toch gelukt. Meteen voelde ik dat de pijn wegtrok en kon ik zelf nog wat slapen. Om 8.00 uur ’s morgens zagen ze dat ik meer en meer ontsluiting had en toen ging alles heel erg snel.
Op 29 april 2021 werd ons zoontje Omer om 9.19 uur geboren. Een perfecte baby met een gewicht van 2,450 kg en een lengte van 49 cm, alleen zijn hartje klopte niet. Ik was zo enorm benieuwd om te zien hoe hij eruitzag, maar tegelijk was ik ook bang om hem te ontmoeten, want ik had schrik dat hij er ‘niet mooi’ meer ging uitzien nadat hij zo lang in mijn buik had gezeten terwijl hij eigenlijk al gestorven was. Toen ze hem bij mij legden, was ik op slag verliefd. Wat een mooi kindje. Ik herkende in Omer een miniversie van mijn partner. Maar al snel drong het door dat we Omer niet konden houden en weer gingen moeten afgeven. Wat een rollercoaster aan emoties…
Al heel snel stond de fotografe van Boven De Wolken in onze kamer en maakte ze op een hele mooie en serene manier beelden van Omer. Ze maakte ook foto’s van ons met Omer. We maakten voet- en handafdrukjes en deden Omer een armbandje om uit het koffertje van het Berrefonds. Wij deden hetzelfde armbandje om. Daarna namen we voorgoed afscheid van Omer. We beslisten om daar afscheid te nemen omdat we het voor onszelf niet nóg moeilijker wouden maken.
We gaven de toestemming om allerlei mogelijke onderzoeken te doen zodat we voor onszelf, maar ook voor toekomstige kindjes te weten konden komen waar het was misgelopen. Een echt antwoord kwam er niet. De autopsie toonde zelfs aan dat Omer een perfect gezonde baby was die overeenkwam met een baby van 36 weken, terwijl hij eigenlijk nog maar een baby van 34 weken was. Bij de bevalling zelf had men wel gezien dat er een blauw stukje was in de navelstreng aan Omer zijn kant. Men dacht dus aan een trombose in de navelstreng. Men onderzocht of ik een stollingsprobleem had, maar ook dat bleek niet het geval te zijn. Later werd ons zelfs verteld dat de klonter ook nadien ontstaan kon zijn doordat Omer zo lang in mijn buik heeft gezeten als overleden kindje voor hij werd geboren.
Veel vroeger dan gedacht ontmoetten we onze kleine Omer. Niet op de manier waarop we gehoopt hadden. Van de ene op de andere dag veranderde ons leven. Toen we het nieuws op 26 april te horen kregen, dacht ik: dit overleef ik niet. Maar na al die dagen, weken, maanden… kan ik zeggen dat we het wel degelijk hebben overleefd. Hoe bizar dat het leven gewoon doorgaat. Ik had nooit gedacht dat zelfs na het allergrootste verlies de wereld gewoon blijft draaien. Dat je je uiteindelijk weer oppakt, weer gaat werken, weer kunt lachen… Er zal altijd een leven zijn voor én na 26 april 2021. Omer leeft verder in ons hart en daar kan niemand hem nog weghalen.