Het verhaal van Finn en Lenne start wanneer ik hun papa (Gunther) rond mijn 18 jaar leerde kennen. Hij al iets ouder en ik volledig klaar om vroeg mama te worden. De 3 jaren die volgden, studeerde ik nog, maar eigenlijk was het een serieuze aftelstrijd om die wens uit het woord ‘kinderwens’ te halen. En na 3 jaar was het dan eindelijk zover. In 2020, diploma op zak, werk was binnen, en eindelijk konden we die enorme kinderwens waarmaken.
In januari bleek ik al redelijk snel (redelijk, want in m’n hoofd was ik al 3 jaar aan het wachten) zwanger te zijn. Ons avontuur kon beginnen.
11 februari, de eerste controle bij de gynaecoloog, een wekenlange grap eindigde in realiteit: een eeneiige tweeling. 😂 De gynaecoloog was helemaal verbaasd, want ik heb me nooit misselijk gevoeld, wat dus zeer uitzonderlijk was. Gunther en ik reden volledig van de kaart naar huis. Wat een nieuws, wat een geluk, dubbel geluk.
Maanden gingen voorbij. Drie zalige maanden, want die twee prutskes groeiden heel goed in m’n buik. Ondertussen was het lockdown (covid, remember?) maar erg rouwig was ik daar niet om. Op die manier kon ik extra intens genieten en gingen we met z’n drieën wekelijks in de jacuzzi. Wat konden we anders doen? 😊 Zalig die gewichtloosheid, even die buik laten rusten. Want oh ja, op 5 maanden leek ik echt wel hoogzwanger. 😂
Op zaterdag 16 mei 2020 ging ik weer met de papa en mijn 2 jongens in de jacuzzi. Deze keer deed het echt deugd, want ik had die dag wat last van m’n buik. Na het baden werd de buikpijn soms feller. Ik, die nooit last had van kwalen, was er toch nog gerust in. “Ik moet toch één kwaaltje voelen en zeker met een tweeling in m’n buik”, dacht ik. Hun papa, Gunther, was er minder gerust in, maar hij vertrouwde op mijn aanvoelen. Dat gaf een grote druk, want hoe weet ik nu wat ik moet voelen en niet mag voelen tijdens een eerste zwangerschap?! Die nacht: veel pijn had ik niet, maar toch genoeg om even een check-up te laten doen in het ziekenhuis. Ik zie ons nog steeds recht springen, de keuze gemaakt en half aangekleed de auto in. Gunther en ik vertrokken met de gedachte: “Ze gaan ons uitlachen en binnen 10 minuten terug naar huis sturen.”
We konden heel snel binnen en de assisente onderzocht ons. Ze controleerde mij en ging vrij snel iemand halen. Dat gevoel kan ik moeilijk omschrijven, misschien eerder doodsbang en vol ongeloof! En toen vielen de verlossende maar hartverscheurende woorden: “Je hebt ontsluiting, jij gaat hier niet meer buiten vóór je bevalling.”
Op dat moment ging er veel door mijn lijf, maar het idee dat ik mijn jongens kwijt ging raken absoluut niet.
Ik bleef in de MIC-afdeling in het Sint-Augustinusziekenhuis en kreeg regelmatig bezoek van dokters die me antibiotica gaven die de daarbij komende infectie moesten stoppen. Mijn taak was rusten. En dat deed ik. Wel heel de zwangerschap lang als het moest, als het kon: graag! Gunther koesterde diezelfde hoop en schreef dagelijks tekstjes en gedichtjes over hoe trots hij was op mij en op de jongens. Eén nacht was voorbij, de antibiotica sloeg nog niet aan, maar de hoop die ik nog had, ging zijn dienst wel bewijzen. De tweede nacht sliep ik als een roos. Tot ongeveer 6.00 uur in de ochtend. Wat er nadien gebeurde, staat op mijn netvlies gebrand. Hevige pijn en een gevoel van moeten loslaten. Volledige ontsluiting en een infectie die te gevaarlijk was geworden voor mezelf. Ik kreeg geen keuze meer, de gynaecoloog besloot om hier een einde aan te maken, het einde van de hoop die nog steeds moeilijk te aanvaarden was.
Op dinsdag 19 mei werd ik om 6.52 uur voor de eerste keer mama en om 6.58 uur voor de tweede keer. Mama van Finn en Lenne. Ze hebben gevochten als twee leeuwen, gestreden tot ver na de geboorte. Een uur en een half geleefd i.p.v. de 5 minuten die ze ons hadden gezegd. Dat waren de heerlijkste minuten van m’n leven. Tranen maar vooral liefde en trotsheid in overvloed. Gunther en ik hadden ze samen in onze armen. Ieder evenveel tijd, juist zoals we het, gezien de situatie, hadden gewild. Uiteindelijk is Finn in mijn armen gestorven en Lenne bij zijn waanzinnig zorgzame papa.
De uren, dagen, weken nadien hebben we nog genoten van hun fysieke aanwezigheid. We hebben de avond en nacht nog met ons vieren doorgebracht. Hoe raar het ook klinkt, we waren echt een gezin; we maakten gezinsfoto’s, we lazen een verhaaltje, we knuffelden en we sliepen bij elkaar.
De eerste dagen waren we druk bezig met iedereen op de hoogte te brengen, een zot idee om een last minute tattoo op m’n pols te zetten, dagelijkse bezoekjes in het mortuarium, maar vooral met de begrafenis te regelen, want die moest perfect zijn. Teksten, liedjes, foto’s… alles was er en alles was perfect. Buiten de flamoush die een verkeerd liedje draaide tijdens de begrafenis maar ook dat, die imperfectie was perfect. Dat maakten we helemaal goed doordat we zelf een tekstje voorlazen, hoe sterk waren wij! Het was een zeer intiem moment omdat door de covidmaatregelen maar 30 man aanwezig mocht zijn. Ik vraag me nog steeds af hoeveel mensen er anders aanwezig waren geweest op de begrafenis.
En dan, nadat alles ‘voorbij’ was, drong het verlies, het waanzinnig grote verlies, pas echt binnen. Dit was het dan. De ‘kinder’ van kinderwens, het verhaal dat nog geschreven moest worden, de hoop die ik nu echt heb begraven. De wat-als-spoken leven in m’n hoofd. Wat als ik niet in de jacuzzi was gestapt, wat als ik sneller naar het ziekenhuis ging, wat als ze toch beademing kregen… Jaren later zei mijn therapeut dat ik deze schuldgevoelens moet loslaten. Ze begon over haar eigen verhaal. Zelf is ze blind geboren doordat haar moeder tijdens haar zwangerschap rodehond opliep. Haar mama voelde zich zo schuldig en toen ze deze schuld eindelijk losliet, viel er ook een enorme last van mijn therapeut haar schouders. Dat is me echt bijgebleven. De last van mijn schuldgevoel mag niet tussen mij, Finn en Lenne staan. Want we hebben alle drie alles gedaan om alles wat er is gebeurd te kunnen voorkomen.
De weken die volgden, heb ik in een klein maar zeer warm nest beleefd. Met de papa van mijn kinderen en mijn ouders, die zelf 20 jaar geleden mijn broer verloren tijdens de zwangerschap, kon ik mezelf rechthouden en mijn plekje als moeder vinden. Delend verdriet, delend verlies. Ik ben zo dankbaar voor iedereen die er toen was of toen kwam.
Maar vooral dankjewel Finn, dankjewel Lenne, mijn twee sterke vosjes. Jullie zijn het beste wat me ooit is overkomen. Jullie hebben me laten zien wat onvoorwaardelijke liefde is, jullie hebben van mij een mama gemaakt!
En nu, een dikke 3 jaar later, woon ik samen met Vik (jullie lieve broer) alleen in een huisje gevuld met herinneringen van toen en nu, gevuld met jullie, want ook al zijn jullie hier niet fysiek, jullie leven voort in Vik en in ieder die het wil. Voor altijd Finn en Lenne.